Gáspár Károlyi, Hongaarse bijbelvertaler

(circa 1530-1591)

gáspár károly

Standbeeld van Gáspár Károlyi
in Gönc, Hongarije.

Bron

Onderstaand artikel is geschreven door C.L. Freeke en verscheen in het kwartaalblad StandVastig van de Gereformeerde Bijbelstichting (GBS), september 2003. In dit webartikel zijn ‘tussenkopjes’ toegevoegd.

Gáspár Károlyi, Hongaarse bijbelvertaler

In 1590 verscheen de eerste volledige Hongaarse bijbelvertaling. Deze vertaling van Gáspár Károlyi wordt nog altijd gebruikt en geldt als zeer betrouwbaar.

Geboorte, studie en terugkeer in Hongarije

Gáspár Károlyi werd omstreeks 1530 geboren in Nagykároly, Hongarije. Zijn achternaam is ontleend aan de plaats waarin hij geboren was. Dat gebeurde toen wel vaker. Al in zijn jeugd kwam hij in aanraking met de reformatorische leer. Na een gymnasiale opleiding in zijn vaderland, koos hij voor een studie in Wittenberg. Aldaar werd hij in 1556 ingeschreven als student. Hij volgde er de colleges van Melanchton. In 1562 keerde hij terug in Hongarije en schreef een dubbel boek. De titel luidde Twee boeken over alle landen en koningen en de oorzaak van hun succes en falen (waardoor wij de oorzaak van de verwoesting van Hongarije en de fouten van de koningen kunnen begrijpen) en door welke tekenen we kunnen zien dat Gods Laatste Oordeel nabij is. In het eerste boek werd de geschiedenis van het Hongaarse volk vergeleken met die van het Joodse volk in het Oude Testament. Zij werden opgeroepen om zich tot God te bekeren, want anders zou God hen straffen om hun zonden en ontrouw. Volgens Károlyi was het de taak van koningen en vorsten om een voedsterheer van de kerk te zijn. De Hongaarse vorsten bleven in gebreke en daarom was het Hongaarse land bezet door de Turken. God gebruikte de Turken om het Hongaarse volk te straffen. In het tweede boek behandelde hij het Laatste Oordeel.

Het protestantisme in Hongarije

In 1526 was de jonge Hongaarse koning Lodewijk II en de bloem van de Hongaarse natie gesneuveld op het slagveld van Mohács in de strijd tegen de Turken. De bevolking leed sindsdien verschrikkelijk onder de strooptochten van de Turken. Het westelijk deel van Hongarije stond nog onder controle van de Habsburgers. Maar daar woedde een hevige vervolging tegen de protestanten. In het oostelijk deel van Hongarije, dat beheerst werd door de Turken, kwam het protestantisme tot bloei. Maar ook ketters als de Unitariërs (die de Goddelijke Drie-eenheid loochenen en die ook door rooms-katholieken werden bestreden), profiteerden van het tolerante geestelijke klimaat aldaar.

péter méliusz juhász

Péter Méliusz Juhász (1536-1572)

Aanvankelijk was het protestantisme in Hongarije met name op Luther georiënteerd. Péter Méliusz Juhász (1536-1572), die na een studie van enkele jaren in Wittenberg, in 1561 op 25-jarige leeftijd (protestantse) bisschop van Debrecen werd, ging zich steeds meer richten op Zwitserland en Genève. Door vele publicaties werd hij een invloedrijk persoon. In 1567 werd op zijn initiatief door de Synode van Debrecen de tweede Zwitserse Confessie (van Bullinger) en de Heidelbergse Catechismus als grondslag voor de Hongaarse Hervormde Kerk aanvaard. Méliusz wordt ook wel aangeduid als de Hongaarse Calvijn.

Strijd tegen de unitariërs

Károlyi was een medestrijder van Méliusz. Hij werd in 1563 predikant in Gönc, de tweede stad van de provincie Abauj in Noord-Oost Hongarije. Károlyi was een van de senioren in dit gebied (in Noord-Oost Hongarije had de Hongaarse Hervormde Kerk aanvankelijk geen bisschoppen). Károlyi bond de strijd aan met de unitariër Lukács Egri, die beïnvloed was door Michaël Servet. Op de door Károlyi bijeengeroepen Synode van Gönc in 1566 werd gepoogd om Egri van de dwalingen zijns wegs te laten terugkeren. Helaas was dit tevergeefs.

Ook de luthersen bonden de strijd aan met de unitariërs. Op de Synode van Kassa in 1568 werd Egri’s leer veroordeeld. Egri zelf, die inmiddels door de lutherse machthebbers was gevangengenomen, werd voor de rest van zijn leven in een kasteel gevangengehouden.

Vertaling van de Bijbel en uitgave in Vizsoly

Na de succesvolle strijd tegen de unitariërs kwam er op politiek gebied ook rust. In 1568 sloten de Habsburgers vrede met de Turken. Deze periode van rust werd door Károlyi gebruikt om de Bijbel volledig in het Hongaars te vertalen. Er waren al eerdere pogingen gedaan, maar deze werden niet voltooid. Károlyi deed het werk niet alleen. Hij werd onder andere geholpen door Mátyás Thúri, de predikant van Abaujszantó. Wie hem nog meer hielpen is niet bekend. Károlyi was wel de leider van het vertaalproject en de organisator. Dit blijkt uit het voorwoord in de Hongaarse Bijbel, welke in 1590 in Vizsoly werd gedrukt. Károlyi werd ook geholpen door Albert Szenci Molnár, die toen nog student was. Molnár verzorgde na de dood van Károlyi meerdere edities van de Károlyi-Bijbel en vertaalde in 1607 de Geneefse psalmen in het Hongaars. Deze worden nog steeds gebruikt in de eredienst van de Hongaarse Hervormde Kerk.

vizsoly bijbel 1590

Een zeldzaam exemplaar van de eerste druk (1590) van de
Hongaarse Vizsoly Bijbel, vertaald door Gáspár Károlyi.

Eerste en volgende drukken

Nadat de Bijbel vertaald was, moest een drukker en financier worden gevonden. Zsigmond Rákóczi, prins van Zevenbergen, die ooit strijd voerde tegen de Habsburgers, zorgde zowel voor de drukker als het geld. De drukker was Bálint Mantsovit, een Pool, die zich in 1588 in Vizsoly (vlak bij Gönc) vestigde. In 1588 werd begonnen met het drukken van de Károlyi-Bijbel en deze kwam in 1590 gereed in een oplage van 700 à 800 stuks. De tweede druk, verzorgd door Molnár, verscheen in 1608. In 1645 verscheen een vierde druk in Amsterdam.

Károlyi’s persoonlijk leven

Over het persoonlijk leven van Károlyi is betrekkelijk weinig bekend. Zijn leven ging niet over rozen. Tweemaal moest hij een vrouw ten grave dragen. Over zijn eerste vrouw is vrijwel niets bekend. Zijn tweede vrouw, die hem vier kinderen schonk, overleed in 1586 aan de pest. Ook drie van zijn kinderen stierven daaraan. Op ongeveer 58-jarige leeftijd huwde hij zijn derde vrouw Anna Szöts van Kassa, die hem een dochter baarde. In 1584 werd hij predikant in Tállya. Hier was hij zeer druk bezig met zijn vertaalproject. Eind 1586/begin 1587 keerde hij terug naar Gönc. Hij mocht het genoegen smaken dat zijn Bijbel in 1590, één jaar voor zijn overlijden, van de persen rolde. In 1591 legde hij de herdersstaf neer en kort daarop overleed hij. Hij werd in Gönc begraven. Aldaar werd te zijner gedachtenis een standbeeld van hem opgericht. In Vizsoly is nog een exemplaar van de eerste druk van zijn Bijbel te zien.

Terug

Naar top van deze pagina

Naar hoofdpagina Andere talen

© 2010-2015 getrouwevertaling.nl